TT Museum Assen gaat diepte en hoogte in: motorspektakel in drie lagen


Als alles volgens plan verloopt, heeft Assen in de zomer van 2025 een TT Museum. Want da’s exact in het jaar dat de TT Assen honderd jaar bestaat. Na jaren van praten, trekken en sleuren aan allerlei plannetjes, ligt er nu een ambitieus ontwerp op tafel waar de gemeente geen ‘nee’ tegen kan zeggen. Althans, dat vindt het Museumbestuur.
“Het is nu of nooit”, zegt secretaris Ruud Wiersema van Stichting TT Museum Assen. “Want als dit plan weer terzijde wordt geschoven, dan kun je wel ophouden. Als dit niet ambitieus genoeg is, dan weet ik het ook niet meer”, verzucht hij, nadat de gemeente Assen twee jaar terug een eerste schetsplan ‘onder de maat’ vond.
Aankoop pand
Het moet ambitieuzer, zo luidde de kritiek, en de gemeente wilde ‘meer verdieping’. Daarom kreeg de Stichting TT Museum 20.000 euro subsidie om haar huiswerk nog eens over te doen, en dan beter, met de inhuur van professionele ontwerpers. Dat werden uiteindelijk Mudware en Studio Ilona Laurijsse, die vaker met dat bijltje hebben gehakt.
De beoogde locatie is nog altijd de voormalige discotheek Diana aan de Brinkstraat, pal tegenover de rechtbank en op steenworp afstand van het Drents Museum. Een pand, in eigendom van vastgoedfamilie Maas. Maar zoals de vlag er nu bijhangt, wordt het aangekocht, in plaats van gehuurd. “Deze vastgoedeigenaar bezit ook Hotel de Jonge, maar horeca is voor hen geen corebusiness. Vandaar dat er onzekerheid ontstond over de deal over verhuur, tegen een leuke prijs. Toen kwam ineens aankoop ter sprake, en dat biedt ons als TT Museum natuurlijk veel meer zekerheid. Bovendien scheelt het in je jaarlijkse lasten”, zegt Wiersema.
Drie etages TT-beleving
Na aankoop van ‘de grote doos’, wordt de boel binnen ‘compleet gestript’. En het TT Museum gaat letterlijk en figuurlijk de diepte in. “Als alles eruit is gesloopt, blijft er een betonnen casco over, waar je van alles mee kunt doen”, aldus Wiersema.
Op de begane grond wordt een groot deel van de betonvloer eruit gezaagd. “Want er onderdoor loopt een meer dan twee meter hoge kelderruimte, van voor tot achter. Die gaan we volledig benutten”, vertelt Wiersema enthousiast. “Want daarmee hebben we 300 vierkante meter ruimte extra erbij. Zo kunnen we stalen installaties plaatsen, die drie etages hoog worden.”
tekst gaat verder onder de afbeelding
Impressie TT-Museum
Een impressie van het TT-Museum
© TT Museum
Styling van het Circuit
Bezoekers worden na binnenkomst ‘ondergedompeld in de TT van Assen’. “Het wordt een complete experience”, roept Wiersema vol enthousiasme. “Eenmaal over de drempel stap je als het ware het TT Circuit binnen. Want de complete styling is gebaseerd op het Circuit van Drenthe. De kleuren, de inrichting, de tribunes. Zelfs de curbstones, de grasstroken en het asfalt, die vind je hier terug. Dus geen linoleum, of hout op de vloer, maar asfalt.”
Het TT Museum wil het volledige beeld oproepen van honderd jaar TT-beleving. Dat betekent motoren aan de wanden, een Wall of Fame met bekende coureurs, de paddock met sleutelen aan motoren en tanken, de ziekenboeg, en racen tegen elkaar met een minicircuit. “En natuurlijk mag het camping-gebeuren niet ontbreken”, zegt Wiersema, wijzend naar een bonte TT caravan. Daarin kunnen museumbezoekers zich onderdompelen in het feestgedruis, dat onlosmakelijk aan het motorspektakel verbonden is.
tekst gaat verder onder de afbeelding
TT Museum – Camping
Ook de TT camping mag niet ontbreken in het TT Museum
© TT Museum
1 miljoen euro van Assen
Totale kosten van het nieuwste museumplan bedragen 2,7 miljoen euro, en dat is inclusief aankoop van het pand. Belangrijkste voorwaarde voor realisatie is een flinke bijdrage van Assen. “Want als we bij anderen langsgaan, bijvoorbeeld de provincie, het Circuit en fondsen, dan is de eerste vraag altijd, ‘wat doet jullie gemeente’?” zo weet Wiersema.
Dertig tot veertig procent van het investeringsbedrag, willen de initiatiefnemers op het stadhuis ophalen. “Dus een simpele rekensom leert dat we 1 miljoen euro willen. Maar zoveel is dat niet, als je weet dat er jaarlijks 250.000 euro naar het Drents Museum gaat, voor grote tentoonstellingen. Trouwens geheel terecht hoor, dat Assen daar structureel aan meebetaalt, omdat hierdoor ook heel veel bezoekers naar de binnenstad komen. Maar wij trekken natuurlijk straks ook publiek.”
Bekijk hieronder de reportage over het TT Museum Assen, tekst gaat verder onder de video
poster
TT Museum Assen biedt drie lagen motorvermaak
Nu of nooit
Volgens Ruud Wiersema is het ‘nu of nooit’, om tot realisatie van het Asser TT Museum te komen. “Het is een mooi plan, het is ambitieus, het is vernieuwend, en het is precies de experience die bezoekers volgens de gemeente moeten hebben als ze voet over onze drempel zetten. Wanneer het nu niet lukt, dan lukt het nooit”, zegt een strijdvaardige Wiersema.
De trap naar het pand lijkt op het eerste oog misschien nog een onneembare hindernis, voor mensen die minder mobiel zijn. Maar ook daaraan is gedacht. “Aan de zijkant zit een nooddeur, daar komt een lift voor minder-validen, en die kunnen zo alle drie etages bereiken. Dus ons museum is voor iedereen toegankelijk.”
20.000 tot 25.000 bezoekers
Welk bezoekersaantal realistisch is? Het museumbestuur gaat uit van 20.000 tot 25.000 bezoekers op jaarbasis. En het is dan het hele jaar geopend. “Met de entreeprijs, het aanbieden van kleinschalige horeca en wat sponsoring denken we onze eigen broek op te kunnen houden. Dus de steun die we nu van de gemeente Assen nodig hebben, de provincie, en het TT Circuit, dat is eenmalig. Wat we nu neerleggen, is absoluut haalbaar”, besluit Wiersema vol vertrouwen.
Het college van burgemeester en wethouders kreeg afgelopen week een presentatie van het nieuwe plan. Volgens het TT Museumbestuur waren de eerste reacties ‘zeer enthousiast’. Of dat ook de gevraagde miljoen oplevert, is afwachten. Een woordvoerster van de gemeente meldt desgevraagd ‘dat het college ernaar streeft dat ze zo snel mogelijk een besluit nemen’. Hoe snel dat is, kan ze niet zeggen. “Maar in elk geval is dat nog voor de jaarwisseling.”